Ik heb dit gisteren op het vliegtuig geschreven, maar daar is uiteraard niet zo'n goede internetverbinding:). Het is de allerlaatste, bedankt om me wat te volgen tijdens mijn avontuur!
--
Momenteel zit ik ver boven de wolken, ergens tussen Cairo en
Brussel. De afgelopen week heb ik, samen met Leen, een prachtige reis in Kenya
gemaakt, die nu afgelopen is.
Na 9 weken ben ik binnen enkele uren terug thuis,
wat uiteraard wel een speciaal gevoel is. Ik heb (het échte) Afrika gezien, ik
heb geweldige mensen leren kennen, ik heb ongelofelijke landschappen gezien en
ik heb ook mezelf beter leren kennen tijdens deze ervaring. Het was de eerste
keer dat ik zo’n lange en verre reis heb gemaakt, en ik ben bijna zeker dat het
niet de laatste keer was.
De voorbije 7 dagen waren enorm intens, maar ik denk dat we
onmogelijk meer van Kenya hadden kunnen zien op zo’n korte tijd. We hebben een
bezoek gebracht aan 3 nationale parken in het westen (Hells Gate, Masaai Mara
en Lake Nakuru), en daarna zijn we naar het zuiden gereisd om nog een dag te
genieten van het prachtige Diani Beach.
Maandagochtend (nuja, eerder zondagavond) kwam ik aan in het
onbekende Nairobi na een nacht die véél te kort was geweest. Brian, de Keniaan
die we via couchsurfing hadden gecontacteerd, stond mij samen met een
taxichauffeur op te wachten aan de luchthaven (hij had zelfs zo’n kaartje met
mijne naam op), wat echt een geweldige meevaller was. ’s Nachts aankomen in een
vreemde stad is altijd al moeilijk, en door de reputatie die Nairobi
(Nairobbery) heeft, was ik toch niet volledig op mijn gemak. Gelukkig kon ik
dus direct meegaan naar het appartement van Brian, waar ik nog een uurtje heb
kunnen slapen, vooraleer we Leen zijn gaan oppikken aan de luchthaven om 5u. Na
het blije wederzien (nuja, blij, ik was te moe om echt enthousiast te zijn
haha. Sorry Leen:)) zijn we onze bagage gaan afzetten aan het appartement van
Brian, om direct door te gaan naar het bureau van het safaribedrijf dat hij ons
aangeraden had. Uiteraard kwam het net iets duurder uit dan we gepland hadden,
maar we hebben besloten om het er toch op te wagen. We zouden meteen vertrekken
naar Hells gate, dan doorreizen naar het geweldige Masaai Mara, om op vrijdag
te eindigen in Lake Nakuru National Park. Strak schema, maar we hadden er zin
in dus we vlogen erin.
De belangrijkste reden om een bezoek te brengen aan Hells
Gate NP was de mogelijkheid om het park te verkennen met een mountainbike. In
de meerderheid van de parken is het verboden om uit de auto te stappen
(gevaarlijke beestjes), maar omdat hier geen roofdieren of andere killers
zitten, bieden ze hier dus fietstochten aan. We kozen voor de langste route
richting picknickplaats (het Buffalo circuit), omdat die ons voorbij een
uitkijkpunt op de warmwaterbronnen zou brengen, maar da viel toch ferm tegen.
De combinatie van weinig slaap, zware zandweggetjes, ijle lucht, crappy fietsen
en een opspelende maag zorgden ervoor dat de tocht echt te zwaar was om er echt
van te genieten. Daar kwam nog eens bij dat deze kant van het park blijkbaar
sinds een half jaar niet meer echt deel uitmaakt van het park, waardoor we de
laatste 5km over een brede baan hebben gereden (er was wel nog geen asfalt
gegoten, dus het was toch nog behoorlijk zwaar:)).
Bovendien worden de geisers
blijkbaar gebruikt om elektriciteit op te wekken, waardoor het landschap iets
weg had van een (heel mooie) industriezone. Wanneer we uiteindelijk aankwamen
bij de picknickplaats, waren we echt te moe om nog een wandeling te maken in de
kloof, wat wel jammer was natuurlijk. Na een uurtje uitblazen, besloten we om
de korte route terug te nemen, wat echt een wereld van verschil was: vlakke
wegen, prachtig landschap en behoorlijk wat wildlife rondom ons, dit was
waarvoor we gekomen waren!
De dag liep niet volledig zoals gepland, maar uiteindelijk hebben we er toch nog van kunnen genieten. Achteraf gezien was het misschien beter geweest om deze zware dag te reserveren na een nacht met meer dan 2u slaap, maar langs de andere kant was het ook dat we dit park als opwarmer bezocht hebben, aangezien de variëteit aan dieren op de andere plaatsen toch wel een pak indrukwekkender was. Ook hadden we, als we tweemaal de korte route gefietst hadden, nog een boottocht kunnen maken op Lake Naivasha, maar dat zijn vijgen na Pasen natuurlijk. Gelukkig had ik al prachtige meren bezocht in Ethiopië, en ook Leen had al een mooie boottocht gemaakt in Burundi.
Na een heerlijke nacht (goe geslapen welteverstaan)
vertrokken we ’s morgens voor een 5 uur durende tocht richting Masaai Mara, in
het uiterste westen van het land.
Onderweg kregen we het gezelschap van
Brigitte, waarmee we de volgende 3 dagen in ons safaribusje zouden doorbrengen.
In het begin wisten we niet goed wat te verwachten van onze nieuwe gezellin
(een 60 jarige Berlijnse), maar ze verraste ons op een heel positieve manier.
We hadden eerst wat schrik dat onze interesses niet echt overeen zouden komen,
maar dat bleek totaal geen probleem te zijn. Tijdens de 3 dagen die we samen in
ons busje hebben doorgebracht (7 plaatsen – 3 personen – ideaal) hebben we al
het mogelijke uit onze safari gehaald: we hebben alle dieren gezien die we
wilden en we hebben ons onderweg ook goed geamuseerd.
Het basisdoel van het grootste deel van de bezoekers aan
Kenya is het spotten van ‘The Big Five’ (Luipaard, neushoorn, leeuw, buffel en
olifant), en dat leek ons ook wel een leuk plan natuurlijk. Buffels en
olifanten bleken helemaal niet moeilijk om te vinden, maar de overige 3 soorten
waren toch een ander paar mouwen. Gelukkig hadden we geluk, en kregen we
tijdens onze eerste avondsessie de melding dat er een Luipaard gespot was. Alle
chauffeurs staan in verbinding met elkaar door een radioverbinding, en als ze
iets vinden, laten ze dat weten aan hun collega’s. Dit systeem zorgt ervoor dat
je tijdens je safari meer dieren te zien krijgt, maar het zorgt er uiteraard
ook voor dat het spotten van een zeldzame soort (en het luipaard is het
moeilijkst om te zien) alle auto’s die in de buurt zijn naar 1 punt racen, om dan het beste plaatsje te veroveren.
Het
nam de ‘echte’ ervaring van het zoeken naar de zeldzame dieren een beetje weg,
maar langs de andere kant gaf het ook wel ne kick om tegen hoge snelheden over
de savanne te scheuren. Mike (of Miguel, gelijk op zijne riem stond)was blijkbaar
één van de betere chauffeurs, en onze auto was ook steviger dan hij eruitzag,
waardoor we heel wat groepen konden passeren om zo bij de eersten aan te komen
bij het Luipaard. Zalig!
We zagen ook nog heel wat antilopen, zebra’s, olifanten, giraffen, buffels, hartebeesten,
stokstaartjes, wilde zwijnen (Timon en Pumba dus), en ook enkele Jakhalzen,
maar de grote katten blijven uiteraard het meest indrukwekkend om te zien.
Onze evening game drive liep wat uit, omdat de chauffeur van
een Japans koppel zich had vastgereden in een rivier. Gelukkig heeft de Mike
het geregeld!
We sliepen trouwens in een ‘self contained tent’, wat
betekent dat we een tent hadden die was voorzien van een stenen badkamer met WC
en warme douche. Elektriciteit was er maar op bepaalde uren, maar dat was niet
echt een probleem. Omdat het na half 10 volledig donker was, waren de sterren
uitzonderlijk goed zichtbaar op de heldere hemel. Nog nooit zo’n fonkelende
hemel gezien, indrukwekkend einde van mijn laatste dag als 21 jarige.
Want ja, woensdag was het mijn verjaardag, en die heb ik de
hele dag gevierd in het park. (merci voor de wensen ;) )Vandaag trokken we naar de Mara rivier, waar we
hopelijk nog de laatste groepen gnoes konden zien oversteken tijdens onze
picknick. Zo’n hele dag in het park is volledig anders dan een avondrit, omdat
er deze keer veel minder auto’s in de buurt waren.
Gisterenavond bleven we
relatief dicht bij de ingang van het park, maar vandaag kregen we een idee van
de echte grootte van het park. Eindeloze savanneheuvels volgden elkaar op, en
onderweg kregen we heel wat te zien. Behoorlijk snel kregen we melding van een
Cheetah (of jachtluipaard), wat uiteraard ook de interesse van heel wat andere
auto’s opwekte. Deze kat was een stuk groter dan het luipaard van de vorige
avond, en was ook een pak minder schuchter. Na wat te rusten in de ochtendzon
besloot hij om een bezoekje te brengen aan een eenzame antilope, maar helaas
was zijn jacht zonder succes. Toch was het prachtig om te zien, leuk
verjaardagscadeau!
Op onze weg naar de rivier kwamen we, naast heel wat
grazers, een leeuwenfamilie tegen, die aan het chillen waren onder een boom.
Prachtige dieren!
Toen we aankwamen bij de rivier, stonden er enkele honderden
gnoes klaar om de oversteek te maken, maar het duurde heel lang vooraleer er eentje
initiatief nam, waardoor we besloten om alvast naar de picknickplaats te rijden
om iets te eten. Leen zorgde voor de decoratie:).
Toen we eenmaal geïnstalleerd waren op ons dekentje,
begonnen de gnoes opeens te bewegen. We haastten ons naar de auto, maar tegen
de tijd dat we aankwamen bij de rivier zagen we juist het laatste exemplaar uit
de rivier klauteren. Achja, ook de stormloop was een mooi zicht!
In de namiddag vonden we alweer 2 leeuwengroepen, waarvan we
er ééntje ‘voor onszelf’ hadden, wat toch wel speciaal was.
De dag was eigenlijk al geslaagd, en omdat het al wat later
werd, begonnen we terug richting uitgang te rijden. Mike maakte nog een omweg
doorheen het struikgewas, omdat je daar blijkbaar het meeste kans hebt om een
black rhino (neushoorn) tegen te komen. Hij vertelde er wel bij dat het zeer
uitzonderlijk is om deze soort tegen te komen in dit park, aangezien er maar
een vijftal exemplaren van overblijven. Slechts 5% van de groepen heeft het
geluk om er ééntje te zien, maar blijkbaar waren de goden van de savanne me
goedgezind op mijn verjaardag, aangezien Mike opeens begon te roepen ‘Lino,
Lino!’ (Het uitspreken van de R was niet één van zijn specialiteiten :) ) .
Niet alleen hadden we het geluk om hem tegen te komen, we waren ook nog eens de
eersten om hem te zien, wat natuurlijk een extra meerwaarde gaf. De neushoorn
was ook meteen de laatste van de Big 5, ideaal dus!
Na het avondmaal kreeg ik een verjaardagstaartje van onze
kok (we hadden ne privé-kok), wat ook wel leuk was. We zaten gezellig op het
terrasje, en toen we aan Brigitte vertelden dat we aan het couchsurfen waren,
vertelde ze ons dat haar zoon, Florian, daar ook aan meedoet. Aangezien hij in
Nairobi woont, klonk dat natuurlijk heel interessant. Het voorlopige plan was om
met Brian de stad wat te verkennen in het weekend, maar omdat zijn kamer wel
héél klein was om een weekend door te brengen, was het Florian-alternatief
zeker iets om op te volgen. Ze vertelde ook dat ze de week ervoor een bezoek
had gebracht aan de kusten aan de Indische Oceaan, die geweldig mooi moeten
zijn. Er rijden nachtbussen van Nairobi naar Mombasa, waardoor het opeens
mogelijk werd om ook dat stukje paradijs nog mee te betrekken in onze reis. Om
niet te lang uit te weiden: we slaagden erin om de dagen erna te regelen dat we
onze bagage bij Florian kregen, en dat we een plaats op de vrijdagnachtbus
konden reserveren. Zondagochtend zouden we terug vertrekken in Mombasa, wat
wilt zeggen dat we de hele zaterdag konden doorbrengen aan het strand.
Maar eerst hadden we natuurlijk nog 2 dagen safari voor de
boeg. Onze laatste ochtend in Masaai Mara leverde opnieuw een jagende Cheetah
op, maar ook deze keer had hij geen succes. Anyway, prachtige dieren om te
zien!
Na het middagmaal namen we afscheid van Brigitte, die terug
naar Nairobi ging, en reisden we richting Nakuru. Onderweg kregen we een andere
chauffeur, want Mike moest een nieuwe groep gaan oppikken in Nairobi. Het was
ne behoorlijk oude kerel, maar toen hij zei dat hij Mike had opgeleerd, waren
we er gerust in dat hij wel wist wat hij deed.
Vrijdagochtend was het dus tijd voor Lake Nakuru, dat vooral
bekend is om twee redenen. Enerzijds is het (omheinde) park één van de beste
plaatsen in Afrika om de White Rhino te spotten, omdat de stropers worden afgeschrikt
door de elektrisch geladen omheining.
Daarnaast is het vooral bekend om zijn
honderden vogelsoorten, met als belangrijkste handelsmerk de flamingo. Lake
Nakuru is een kratermeer in de Rift Valley, en omdat de enige uitgang voor het
water in verdamping ligt, is het water zout. Deze eigenschap van het water
zorgt ervoor dat er een specifieke soort algen groeit, die ook het
lievelingsvoedsel is van de flamingo’s, waardoor het (ondiepe) meer gewoonlijk
bijna volledig vol zit met flamingo’s (echt vol-vol). Helaas is er dit jaar
meer neerslag gevallen dan gewoonlijk, waardoor er dus ook meer water in het
meer staat, en dit heeft een negatief effect op het zoutgehalte, wat niet zo
goed is voor de algenbloei. Aangezien de favoriete snack van de flamingo’s wél
nog overvloedig te vinden is in enkele meer noordelijk gelegen meren (Lake Bogoria), zijn de
vogels (helaas voor ons) tijdelijk naar daar verhuisd, maar als het stopt met
regenen zouden ze snel terugkeren, wist onze chauffeur ons te vertellen.
Gelukkig wisten we dit al vooraleer we naar Kenya vertrokken, waardoor we niet
te zwaar teleurgesteld moesten zijn. We kozen ervoor om toch nog naar Nakuru te
komen, om de neushoorns van wat dichter te bekijken.
Landschappelijk was het park volledig anders dan wat we de
voorbije dagen al gezien hadden: Alles was groen, de begroeiing was een pak
dichter en ook het meer leverde natuurlijk een prachtig zicht op.
We zagen
ongelofelijk veel pelikanen en ook nog heel wat andere soorten, ik heb genoeg
foto’s getrokken voor zij die geïnteresseerd zijn:). Na een halfuurtje kwamen
we ook 3 neushoorns tegen, waarvan er twee aan het spelen-vechten waren. Leuk
om te zien!
Na dit schouwspel reden we door naar de Baboon Cliffs, waar
je een prachtig uitzicht had over het hele park! Je kon ook mooi zien dat het
waterniveau ongewoon hoog stond, aangezien er een aantal wegen onder water
stonden.
Group
picture met onze chauffeur:)
We zagen nog heel wat giraffen (de grootste die we gezien
hebben), veel antilopes, buffels, en de andere gewoonlijke soorten. Na een
tijdje kwamen we opeens een hele groep neushoorns tegen, die we heel dicht
konden benaderen.
In tegenstelling tot in Masaai Mara, waar onze
neushoornvriend heel snel wegliep, blijven ze hier veel rustiger onder
menselijke aanwezigheid, wat waarschijnlijk wel te maken heeft met de omheining
die de stropers tegenhoudt.
Leen wilde nog graag een mannetjesleeuw zien, en omdat ons
geluk blijkbaar nog niet op was kwamen we er ook eentje tegen. Hij lag
behoorlijk ver van ons uit te rusten onder een boom, maar dankzij onze
verrekijker (bedankt Matthias!) konden we hem toch tegoei zien. Het laatste
dier dat ik nog graag gezien had, ook al was het volgens de chauffeur hoogst
ondenkbaar, was een grote slang, en jawel: we hadden opnieuw geluk! Leuke
afsluiter van onze ongelofelijke safari, ik denk dat het een Boa was. :)
’s Avonds verplaatsten we onze spullen van het appartement
van Brian naar het huis van Florian, waar we ook Brigitte terugzagen. Na een
heerlijke douche en wat relaxtijd vertrokken we naar het busstation, voor een
busrit die ons hopelijk de volgende ochtend in Mombasa zou afleveren.
Zo gezegd, zo gedaan! Het viel meteen op hoeveel warmer het
hier aanvoelde, wat waarschijnlijk wel te maken had met de hoge
luchtvochtigheid. De stad is gelegen op een schiereiland, en om de kusten meer
naar het zuiden te bereiken moesten we dus de ferry nemen, aangezien de
eigenaars van deze verbinding blijkbaar iedereen omkopen zodat er geen brug
gebouwd wordt:). TIA.
Na een minibusrit van 30km kwamen we aan in de Diani
Campsite, waar we een tweepersoonskamer gereserveerd hadden via de telefoon. De
vorige gasten hadden echter besloten om een extra dagje te blijven, waardoor
onze kamer dus niet meer beschikbaar was. Geen probleem
blijkbaar, dan kregen we gewoon een huisje voor dezelfde prijs:). Ideaal! Snel
bagage neersmijten en op naar het strand (100m verder).
Fenomenaal! Parelwitte stranden, heerlijk zonnetje (die wel
verschrikkelijk brandt blijkbaar:)), palmbomen, helder blauw water dat
bovendien nog eens lekker warm is: this is the life.
’s Middags viskes eten is
al mooi, maar dat doen met dit uitzicht maakt het nog net dat ietsje beter
natuurlijk:)
Jammer dat we maar één dagje konden blijven, maar het was
wel een absolute meerwaarde aan de reis! Één van de hotels organiseerde ook een
strandvoetbalmatchke, waaraan ik incognito heb deelgenomen. (Grappig, ik had
een uur daarvoor tegen Leen gezegd: nu nog een strandvoetbalmatch en tis
compleet) 2-0 gewonnen trouwens! ;)
Rond 3u gingen we even terug naar ons huisje om te douchen,
en ineens werd ik om half 8 wakker in mijn bed:) . Heerlijk dutje! Daarna zijn
we nog op stap gegaan met enkele Duitse en Franse meisjes die we ginder hebben
leren kennen, naar één of andere populaire club in het stadje. Het was meteen
duidelijk dat ze enkel op toeristen mikten, en het was zo overdreven fake dat
het tegelijk triest en grappig was. Anyway, het was een leuke laatste avond
zonder reiszorgen.
De volgende ochtend vertrokken we heel vroeg, om tegen 19u
in Nairobi bij Florian aan te komen. We hebben nog wat gezelschapsspelletjes
gespeeld, maar daarna zijn we toch maar even in ons bed gekropen. Om 2u stond
onze taxi voor de deur, en anderhalve vlucht later hang ik ergens boven
Duitsland.
Het lijkt erop dat deze geweldige ervaring op zijn eind
gelopen is, dus ik denk ook dat het de laatste keer is dat ik hier iets ga
schrijven. Ik vond het heel leuk om op deze manier een dagboek bij te houden,
ook bedankt aan diegenen die een beetje meegevolgd hebben :). Het was op vele
manieren een stap in het onbekende, maar ik ben blij dat ik die stap(pen) gezet
heb, want het waren 2 onvergetelijke
maanden die me voor de rest van mijn leven gaan bijblijven!
Africa, we
will meet again!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten