dinsdag 16 oktober 2012

Keeping the best for last


Ik heb dit gisteren op het vliegtuig geschreven, maar daar is uiteraard niet zo'n goede internetverbinding:). Het is de allerlaatste, bedankt om me wat te volgen tijdens mijn avontuur!

--

Momenteel zit ik ver boven de wolken, ergens tussen Cairo en Brussel. De afgelopen week heb ik, samen met Leen, een prachtige reis in Kenya gemaakt, die nu afgelopen is.
Na 9 weken ben ik binnen enkele uren terug thuis, wat uiteraard wel een speciaal gevoel is. Ik heb (het échte) Afrika gezien, ik heb geweldige mensen leren kennen, ik heb ongelofelijke landschappen gezien en ik heb ook mezelf beter leren kennen tijdens deze ervaring. Het was de eerste keer dat ik zo’n lange en verre reis heb gemaakt, en ik ben bijna zeker dat het niet de laatste keer was.

De voorbije 7 dagen waren enorm intens, maar ik denk dat we onmogelijk meer van Kenya hadden kunnen zien op zo’n korte tijd. We hebben een bezoek gebracht aan 3 nationale parken in het westen (Hells Gate, Masaai Mara en Lake Nakuru), en daarna zijn we naar het zuiden gereisd om nog een dag te genieten van het prachtige Diani Beach. 


Maandagochtend (nuja, eerder zondagavond) kwam ik aan in het onbekende Nairobi na een nacht die véél te kort was geweest. Brian, de Keniaan die we via couchsurfing hadden gecontacteerd, stond mij samen met een taxichauffeur op te wachten aan de luchthaven (hij had zelfs zo’n kaartje met mijne naam op), wat echt een geweldige meevaller was. ’s Nachts aankomen in een vreemde stad is altijd al moeilijk, en door de reputatie die Nairobi (Nairobbery) heeft, was ik toch niet volledig op mijn gemak. Gelukkig kon ik dus direct meegaan naar het appartement van Brian, waar ik nog een uurtje heb kunnen slapen, vooraleer we Leen zijn gaan oppikken aan de luchthaven om 5u. Na het blije wederzien (nuja, blij, ik was te moe om echt enthousiast te zijn haha. Sorry Leen:)) zijn we onze bagage gaan afzetten aan het appartement van Brian, om direct door te gaan naar het bureau van het safaribedrijf dat hij ons aangeraden had. Uiteraard kwam het net iets duurder uit dan we gepland hadden, maar we hebben besloten om het er toch op te wagen. We zouden meteen vertrekken naar Hells gate, dan doorreizen naar het geweldige Masaai Mara, om op vrijdag te eindigen in Lake Nakuru National Park. Strak schema, maar we hadden er zin in dus we vlogen erin.

De belangrijkste reden om een bezoek te brengen aan Hells Gate NP was de mogelijkheid om het park te verkennen met een mountainbike. In de meerderheid van de parken is het verboden om uit de auto te stappen (gevaarlijke beestjes), maar omdat hier geen roofdieren of andere killers zitten, bieden ze hier dus fietstochten aan. We kozen voor de langste route richting picknickplaats (het Buffalo circuit), omdat die ons voorbij een uitkijkpunt op de warmwaterbronnen zou brengen, maar da viel toch ferm tegen. De combinatie van weinig slaap, zware zandweggetjes, ijle lucht, crappy fietsen en een opspelende maag zorgden ervoor dat de tocht echt te zwaar was om er echt van te genieten. Daar kwam nog eens bij dat deze kant van het park blijkbaar sinds een half jaar niet meer echt deel uitmaakt van het park, waardoor we de laatste 5km over een brede baan hebben gereden (er was wel nog geen asfalt gegoten, dus het was toch nog behoorlijk zwaar:)).

Bovendien worden de geisers blijkbaar gebruikt om elektriciteit op te wekken, waardoor het landschap iets weg had van een (heel mooie) industriezone. Wanneer we uiteindelijk aankwamen bij de picknickplaats, waren we echt te moe om nog een wandeling te maken in de kloof, wat wel jammer was natuurlijk. Na een uurtje uitblazen, besloten we om de korte route terug te nemen, wat echt een wereld van verschil was: vlakke wegen, prachtig landschap en behoorlijk wat wildlife rondom ons, dit was waarvoor we gekomen waren! 


De dag liep niet volledig zoals gepland, maar uiteindelijk hebben we er toch nog van kunnen genieten. Achteraf gezien was het misschien beter geweest om deze zware dag te reserveren na een nacht met meer dan 2u slaap, maar langs de andere kant was het ook dat we dit park als opwarmer bezocht hebben, aangezien de variëteit aan dieren op de andere plaatsen toch wel een pak indrukwekkender was. Ook hadden we, als we tweemaal de korte route gefietst hadden, nog een boottocht kunnen maken op Lake Naivasha, maar dat zijn vijgen na Pasen natuurlijk. Gelukkig had ik al prachtige meren bezocht in Ethiopië, en ook Leen had al een mooie boottocht gemaakt in Burundi.

Na een heerlijke nacht (goe geslapen welteverstaan) vertrokken we ’s morgens voor een 5 uur durende tocht richting Masaai Mara, in het uiterste westen van het land. 


Onderweg kregen we het gezelschap van Brigitte, waarmee we de volgende 3 dagen in ons safaribusje zouden doorbrengen. In het begin wisten we niet goed wat te verwachten van onze nieuwe gezellin (een 60 jarige Berlijnse), maar ze verraste ons op een heel positieve manier. We hadden eerst wat schrik dat onze interesses niet echt overeen zouden komen, maar dat bleek totaal geen probleem te zijn. Tijdens de 3 dagen die we samen in ons busje hebben doorgebracht (7 plaatsen – 3 personen – ideaal) hebben we al het mogelijke uit onze safari gehaald: we hebben alle dieren gezien die we wilden en we hebben ons onderweg ook goed geamuseerd. 

Het basisdoel van het grootste deel van de bezoekers aan Kenya is het spotten van ‘The Big Five’ (Luipaard, neushoorn, leeuw, buffel en olifant), en dat leek ons ook wel een leuk plan natuurlijk. Buffels en olifanten bleken helemaal niet moeilijk om te vinden, maar de overige 3 soorten waren toch een ander paar mouwen. Gelukkig hadden we geluk, en kregen we tijdens onze eerste avondsessie de melding dat er een Luipaard gespot was. Alle chauffeurs staan in verbinding met elkaar door een radioverbinding, en als ze iets vinden, laten ze dat weten aan hun collega’s. Dit systeem zorgt ervoor dat je tijdens je safari meer dieren te zien krijgt, maar het zorgt er uiteraard ook voor dat het spotten van een zeldzame soort (en het luipaard is het moeilijkst om te zien) alle auto’s die in de buurt zijn naar 1 punt racen, om dan het beste plaatsje te veroveren. 


Het nam de ‘echte’ ervaring van het zoeken naar de zeldzame dieren een beetje weg, maar langs de andere kant gaf het ook wel ne kick om tegen hoge snelheden over de savanne te scheuren. Mike (of Miguel, gelijk op zijne riem stond)was blijkbaar één van de betere chauffeurs, en onze auto was ook steviger dan hij eruitzag, waardoor we heel wat groepen konden passeren om zo bij de eersten aan te komen bij het Luipaard. Zalig! 

We zagen ook nog heel wat antilopen, zebra’s,  olifanten, giraffen, buffels, hartebeesten, stokstaartjes, wilde zwijnen (Timon en Pumba dus), en ook enkele Jakhalzen, maar de grote katten blijven uiteraard het meest indrukwekkend om te zien.

  

Onze evening game drive liep wat uit, omdat de chauffeur van een Japans koppel zich had vastgereden in een rivier. Gelukkig heeft de Mike het geregeld! 


We sliepen trouwens in een ‘self contained tent’, wat betekent dat we een tent hadden die was voorzien van een stenen badkamer met WC en warme douche. Elektriciteit was er maar op bepaalde uren, maar dat was niet echt een probleem. Omdat het na half 10 volledig donker was, waren de sterren uitzonderlijk goed zichtbaar op de heldere hemel. Nog nooit zo’n fonkelende hemel gezien, indrukwekkend einde van mijn laatste dag als 21 jarige. 


Want ja, woensdag was het mijn verjaardag, en die heb ik de hele dag gevierd in het park. (merci voor de wensen ;) )Vandaag trokken we naar de Mara rivier, waar we hopelijk nog de laatste groepen gnoes konden zien oversteken tijdens onze picknick. Zo’n hele dag in het park is volledig anders dan een avondrit, omdat er deze keer veel minder auto’s in de buurt waren. 


Gisterenavond bleven we relatief dicht bij de ingang van het park, maar vandaag kregen we een idee van de echte grootte van het park. Eindeloze savanneheuvels volgden elkaar op, en onderweg kregen we heel wat te zien. Behoorlijk snel kregen we melding van een Cheetah (of jachtluipaard), wat uiteraard ook de interesse van heel wat andere auto’s opwekte. Deze kat was een stuk groter dan het luipaard van de vorige avond, en was ook een pak minder schuchter. Na wat te rusten in de ochtendzon besloot hij om een bezoekje te brengen aan een eenzame antilope, maar helaas was zijn jacht zonder succes. Toch was het prachtig om te zien, leuk verjaardagscadeau!


Op onze weg naar de rivier kwamen we, naast heel wat grazers, een leeuwenfamilie tegen, die aan het chillen waren onder een boom. Prachtige dieren!


Toen we aankwamen bij de rivier, stonden er enkele honderden gnoes klaar om de oversteek te maken, maar het duurde heel lang vooraleer er eentje initiatief nam, waardoor we besloten om alvast naar de picknickplaats te rijden om iets te eten. Leen zorgde voor de decoratie:).

 
Toen we eenmaal geïnstalleerd waren op ons dekentje, begonnen de gnoes opeens te bewegen. We haastten ons naar de auto, maar tegen de tijd dat we aankwamen bij de rivier zagen we juist het laatste exemplaar uit de rivier klauteren. Achja, ook de stormloop was een mooi zicht!


In de namiddag vonden we alweer 2 leeuwengroepen, waarvan we er ééntje ‘voor onszelf’ hadden, wat toch wel speciaal was. 

De dag was eigenlijk al geslaagd, en omdat het al wat later werd, begonnen we terug richting uitgang te rijden. Mike maakte nog een omweg doorheen het struikgewas, omdat je daar blijkbaar het meeste kans hebt om een black rhino (neushoorn) tegen te komen. Hij vertelde er wel bij dat het zeer uitzonderlijk is om deze soort tegen te komen in dit park, aangezien er maar een vijftal exemplaren van overblijven. Slechts 5% van de groepen heeft het geluk om er ééntje te zien, maar blijkbaar waren de goden van de savanne me goedgezind op mijn verjaardag, aangezien Mike opeens begon te roepen ‘Lino, Lino!’ (Het uitspreken van de R was niet één van zijn specialiteiten :) ) . Niet alleen hadden we het geluk om hem tegen te komen, we waren ook nog eens de eersten om hem te zien, wat natuurlijk een extra meerwaarde gaf. De neushoorn was ook meteen de laatste van de Big 5, ideaal dus! 


Na het avondmaal kreeg ik een verjaardagstaartje van onze kok (we hadden ne privé-kok), wat ook wel leuk was. We zaten gezellig op het terrasje, en toen we aan Brigitte vertelden dat we aan het couchsurfen waren, vertelde ze ons dat haar zoon, Florian, daar ook aan meedoet. Aangezien hij in Nairobi woont, klonk dat natuurlijk heel interessant. Het voorlopige plan was om met Brian de stad wat te verkennen in het weekend, maar omdat zijn kamer wel héél klein was om een weekend door te brengen, was het Florian-alternatief zeker iets om op te volgen. Ze vertelde ook dat ze de week ervoor een bezoek had gebracht aan de kusten aan de Indische Oceaan, die geweldig mooi moeten zijn. Er rijden nachtbussen van Nairobi naar Mombasa, waardoor het opeens mogelijk werd om ook dat stukje paradijs nog mee te betrekken in onze reis. Om niet te lang uit te weiden: we slaagden erin om de dagen erna te regelen dat we onze bagage bij Florian kregen, en dat we een plaats op de vrijdagnachtbus konden reserveren. Zondagochtend zouden we terug vertrekken in Mombasa, wat wilt zeggen dat we de hele zaterdag konden doorbrengen aan het strand.

Maar eerst hadden we natuurlijk nog 2 dagen safari voor de boeg. Onze laatste ochtend in Masaai Mara leverde opnieuw een jagende Cheetah op, maar ook deze keer had hij geen succes. Anyway, prachtige dieren om te zien!


Na het middagmaal namen we afscheid van Brigitte, die terug naar Nairobi ging, en reisden we richting Nakuru. Onderweg kregen we een andere chauffeur, want Mike moest een nieuwe groep gaan oppikken in Nairobi. Het was ne behoorlijk oude kerel, maar toen hij zei dat hij Mike had opgeleerd, waren we er gerust in dat hij wel wist wat hij deed.

Vrijdagochtend was het dus tijd voor Lake Nakuru, dat vooral bekend is om twee redenen. Enerzijds is het (omheinde) park één van de beste plaatsen in Afrika om de White Rhino te spotten, omdat de stropers worden afgeschrikt door de elektrisch geladen omheining. 
 Daarnaast is het vooral bekend om zijn honderden vogelsoorten, met als belangrijkste handelsmerk de flamingo. Lake Nakuru is een kratermeer in de Rift Valley, en omdat de enige uitgang voor het water in verdamping ligt, is het water zout. Deze eigenschap van het water zorgt ervoor dat er een specifieke soort algen groeit, die ook het lievelingsvoedsel is van de flamingo’s, waardoor het (ondiepe) meer gewoonlijk bijna volledig vol zit met flamingo’s (echt vol-vol). Helaas is er dit jaar meer neerslag gevallen dan gewoonlijk, waardoor er dus ook meer water in het meer staat, en dit heeft een negatief effect op het zoutgehalte, wat niet zo goed is voor de algenbloei. Aangezien de favoriete snack van de flamingo’s wél nog overvloedig te vinden is in enkele meer noordelijk gelegen meren (Lake Bogoria), zijn de vogels (helaas voor ons) tijdelijk naar daar verhuisd, maar als het stopt met regenen zouden ze snel terugkeren, wist onze chauffeur ons te vertellen. Gelukkig wisten we dit al vooraleer we naar Kenya vertrokken, waardoor we niet te zwaar teleurgesteld moesten zijn. We kozen ervoor om toch nog naar Nakuru te komen, om de neushoorns van wat dichter te bekijken.

Landschappelijk was het park volledig anders dan wat we de voorbije dagen al gezien hadden: Alles was groen, de begroeiing was een pak dichter en ook het meer leverde natuurlijk een prachtig zicht op. 

We zagen ongelofelijk veel pelikanen en ook nog heel wat andere soorten, ik heb genoeg foto’s getrokken voor zij die geïnteresseerd zijn:). Na een halfuurtje kwamen we ook 3 neushoorns tegen, waarvan er twee aan het spelen-vechten waren. Leuk om te zien!


Na dit schouwspel reden we door naar de Baboon Cliffs, waar je een prachtig uitzicht had over het hele park! Je kon ook mooi zien dat het waterniveau ongewoon hoog stond, aangezien er een aantal wegen onder water stonden.


Group picture met onze chauffeur:)


We zagen nog heel wat giraffen (de grootste die we gezien hebben), veel antilopes, buffels, en de andere gewoonlijke soorten. Na een tijdje kwamen we opeens een hele groep neushoorns tegen, die we heel dicht konden benaderen.

 In tegenstelling tot in Masaai Mara, waar onze neushoornvriend heel snel wegliep, blijven ze hier veel rustiger onder menselijke aanwezigheid, wat waarschijnlijk wel te maken heeft met de omheining die de stropers tegenhoudt.
Leen wilde nog graag een mannetjesleeuw zien, en omdat ons geluk blijkbaar nog niet op was kwamen we er ook eentje tegen. Hij lag behoorlijk ver van ons uit te rusten onder een boom, maar dankzij onze verrekijker (bedankt Matthias!) konden we hem toch tegoei zien. Het laatste dier dat ik nog graag gezien had, ook al was het volgens de chauffeur hoogst ondenkbaar, was een grote slang, en jawel: we hadden opnieuw geluk! Leuke afsluiter van onze ongelofelijke safari, ik denk dat het een Boa was. :)


’s Avonds verplaatsten we onze spullen van het appartement van Brian naar het huis van Florian, waar we ook Brigitte terugzagen. Na een heerlijke douche en wat relaxtijd vertrokken we naar het busstation, voor een busrit die ons hopelijk de volgende ochtend in Mombasa zou afleveren.

Zo gezegd, zo gedaan! Het viel meteen op hoeveel warmer het hier aanvoelde, wat waarschijnlijk wel te maken had met de hoge luchtvochtigheid. De stad is gelegen op een schiereiland, en om de kusten meer naar het zuiden te bereiken moesten we dus de ferry nemen, aangezien de eigenaars van deze verbinding blijkbaar iedereen omkopen zodat er geen brug gebouwd wordt:). TIA.


Na een minibusrit van 30km kwamen we aan in de Diani Campsite, waar we een tweepersoonskamer gereserveerd hadden via de telefoon. De vorige gasten hadden echter besloten om een extra dagje te blijven, waardoor onze kamer dus niet meer beschikbaar was. Geen probleem blijkbaar, dan kregen we gewoon een huisje voor dezelfde prijs:). Ideaal! Snel bagage neersmijten en op naar het strand (100m verder).

Fenomenaal! Parelwitte stranden, heerlijk zonnetje (die wel verschrikkelijk brandt blijkbaar:)), palmbomen, helder blauw water dat bovendien nog eens lekker warm is: this is the life. 

  

’s Middags viskes eten is al mooi, maar dat doen met dit uitzicht maakt het nog net dat ietsje beter natuurlijk:)



 Jammer dat we maar één dagje konden blijven, maar het was wel een absolute meerwaarde aan de reis! Één van de hotels organiseerde ook een strandvoetbalmatchke, waaraan ik incognito heb deelgenomen. (Grappig, ik had een uur daarvoor tegen Leen gezegd: nu nog een strandvoetbalmatch en tis compleet) 2-0 gewonnen trouwens! ;)

 
Rond 3u gingen we even terug naar ons huisje om te douchen, en ineens werd ik om half 8 wakker in mijn bed:) . Heerlijk dutje! Daarna zijn we nog op stap gegaan met enkele Duitse en Franse meisjes die we ginder hebben leren kennen, naar één of andere populaire club in het stadje. Het was meteen duidelijk dat ze enkel op toeristen mikten, en het was zo overdreven fake dat het tegelijk triest en grappig was. Anyway, het was een leuke laatste avond zonder reiszorgen.

De volgende ochtend vertrokken we heel vroeg, om tegen 19u in Nairobi bij Florian aan te komen. We hebben nog wat gezelschapsspelletjes gespeeld, maar daarna zijn we toch maar even in ons bed gekropen. Om 2u stond onze taxi voor de deur, en anderhalve vlucht later hang ik ergens boven Duitsland. 



Het lijkt erop dat deze geweldige ervaring op zijn eind gelopen is, dus ik denk ook dat het de laatste keer is dat ik hier iets ga schrijven. Ik vond het heel leuk om op deze manier een dagboek bij te houden, ook bedankt aan diegenen die een beetje meegevolgd hebben :). Het was op vele manieren een stap in het onbekende, maar ik ben blij dat ik die stap(pen) gezet heb, want het waren  2 onvergetelijke maanden die me voor de rest van mijn leven gaan bijblijven! 

Africa, we will meet again!

maandag 15 oktober 2012

Byebye Ethiopia

Eindelijk heb ik wat tijd gevonden om dit bericht te posten, het is vorige week geschreven en normaal zou het vorige zondag online moeten gekomen zijn, maar door tijdsgebrek is dat dus niet gelukt. Daarbij bleek internet (en tijd) moeilijk te vinden in Kenya, maar bij deze is dat dan toch gefixt.. :)

De laatste dagen die in Jimma heb doorgebracht, heb ik me vooral bezig gehouden met het afronden van mijn veldwerk en het klaarmaken van mijn bodemstalen (en de bijbehorende papierwinkel). Zaterdag en maandag zijn we nog 2 dagen op het terrein geweest, en het viel op dat de streek toch fel veranderd was op amper één week tijd. Omdat het regenseizoen zo goed als gedaan is, waren er nu al heel wat meer bloemen, wat het landschap nog wat fraaier maakte natuurlijk. Het einde van het droge seizoen betekent minder wolken, waardoor de zon vrij spel kreeg, en da viel toch wel effe tegen, amai. Zaterdag had ik zelfs een klein zonneslagske, maar gelukkig was het niet te erg.:)

Dinsdag en woensdag hebben we ons dan beziggehouden met het inpakken en wegen van de stalen, met het regelen van alle papieren die nodig zijn om de stalen op te sturen (wat een administratie, ni gewoon) en ook nog wat andere dingen. Kheb ook een kaartje geschreven voor alle mensen die me geholpen hebben met mijn werk (met ne foto van hunzelf), en daar waren ze allemaal ook heel blij mee.
Dinsdag is Matthias ook terug aangekomen in Jimma (hij was op bezoek bij zijn broer in Zuid-Afrika), en hij heeft nog kunnen regelen dat hij met mij mee  naar Addis kan gaan, om ook zijn stalen op te sturen. Mooie meevaller, want nu kunnen we een kamer delen én uiteraard kan wat gezelschap nooit kwaad.

Woensdag was de dag van ‘de laatste keer’, de laatste keer wakker gemaakt worden door de kuisvrouwen, de laatste keer de berg aan de campus opwandelen, de laatste keer eten in mijn favoriete restaurant in Jimma ,de laatste keer samen in de keuken naar Willy’s en Marjetten kijken,… Het was langs de ene kant wel jammer om te vertrekken (vooral om afscheid te nemen van de anderen, die nog een maand of langer in Jimma blijven), maar langs de andere kant kijk ik ook heel fel uit naar wat nog komt! Ik heb hier een hele mooie tijd gehad, leuke mensen leren kennen, veel geleerd over de streek en over de mensen, maar ik heb nu ook wel het gevoel dat het stilletjes aan genoeg is geweest, het is tijd voor wat afwisseling. En afwisseling, dat zal in de komende anderhalve week hopelijk geen probleem zijn!
 

De volgende 4 dagen ga ik in Addis Ababa verblijven, en tot zaterdag ga ik dat samen met Matthias doen. Zaterdagavond komt Jef aan  (als alles goed gaat), omdat hij zijn vriendin komt opwachten aan de luchthaven op zondag, wat ook leuk is voor mij natuurlijk.:) Zondagavond vertrek ik dan naar Kenya, waar we hopelijk een prachtige rondreis gaan maken!
Leen en ik hebben besloten om te couchsurfen in Nairobi, en we hebben het geluk dat er iemand zich over ons wil ontfermen (ne zekere Brian). Zijn profiel lijkt ons behoorlijk betrouwbaar (veel positieve reviews), en hij gaat voor ons proberen om een safaritrip te regelen waardoor we onze eerste dag niet verliezen en direct kunnen vertrekken (moest normaal wel lukken zei hij). Hij stelde zelfs voor om me om 2u  ’s nachts te komen oppikken in de luchthaven, wat echt geweldig goed zou uitkomen natuurlijk. We zien wel, ik laat het nu wat op me afkomen (Africa style): alles loopt hier wel los, alleen gaat het vaak niet zoals ge het gepland hebt. In het begin was dat soms moeilijk om mee om te gaan, maar eenmaal ge eraan gewoon bent geraakt, heeft het soms wel iets. Alez, tis te zeggen, zolang ge zelf niet gehaast bent, anders kan het soms wel ferm tegensteken:). Maar het gaat goed worden, ik voel het!

We komen trouwens op 15 oktober naar huis, een dag vroeger dan eerst gepland was, omdat onze vlucht geannuleerd is. Jammer wel, hierdoor kunnen we toch wat minder reserve inbouwen in onze planning, maar als alles een beetje volgens plan loopt zullen we gewoon iets minder slapen, maar nog altijd evenveel kunnen zien:). En slapen kunt ge thuis ook natuurlijk.
--

Intussen blijkt het moeilijker dan gedacht om internet te vinden in Addis (en ja hier zijn ook genoeg andere dingen te doen natuurlijk:)), waardoor ik nog maar een beetje zal vertellen over de voorbije dagen. Donderdagnamiddag en vrijdag (van 8 tot 7, shiieat) hebben we een heel aantal ministeries bezocht om alle papierwerk in orde te krijgen, wat echt overdreven ingewikkeld was. Ik ben ondertussen al ‘gewend’ aan het Ethiopische ritme, maar dit ging er echt over:). Er zijn heel wat schakels in de bureaucratische ketting, en ge bent verplicht om ze allemaal te volgen. Als ge u dan nog eens bedenkt dat niemand iets weet over de taken van de andere schakels in het systeem, én dat elke schakel in een ander deel van de stad is, kunt ge u wel voorstellen dat het een behoorlijk frustrerende dag was:). Nuja, uiteindelijk is het dan toch nog in orde gekomen, maar als ge ooit wat grond en waardeloze stenen (want dat is echt letterlijk wat het was) wilt opsturen vanuit Afrika, denk daar dan eerst maar 2 keer over na. Let trouwens ook op de prachtige verpakking:)
 
Toen het werk eindelijk gedaan was, zijn we gaan eten in de Chicken Hut, wat een (zwak) afkooksel is van de KFC. In Ethiopië hebben ze om de één of andere reden geen internationale ketens, maar ze proberen wel om het westerse fastfood te kopiëren. Pakt da ze nog een beetje moeten oefenen:). Na het eten zijn we op stap gegaan (het was tenslotte vrijdagavond) met Endalkachew en zijn vriendin, het was een mooie afsluiter van onze 2 maand die we samen hebben doorgebracht, vond ik. We hebben het wel ni te laat gemaakt, aangezien het een behoorlijk zware dag was geweest. Ik had meer zin in slapen precies:).

Zaterdagvoormiddag zijn we wat gaan wandelen in de stad, wat altijd heel vermoeiend is (omdat iedereen tegen u begint te praten en u wil helpen, terwijl da echt ni nodig is). In de namiddag waren we uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje/BBQ  in de tuin van Marta, een Spaanse die we vorige week hebben leren kennen. Ze woont en werkt al 2 jaar in Ethiopië, als coördinator van verschillende projecten in de ontwikkelingssamenwerking. Behoorlijk frustrerende job blijkbaar, wat ik wel kan begrijpen. Er zijn hier zoveel middelen, die dan vaak nog eens schenkingen van het westen zijn, maar oa. door het verschil in culturen loopt het merendeel van de projecten toch fout.
Ma goe, ne Spaanse BBQ, da wilt dus zeggen zelfgemaakte Paella, heerlijke slaatjes en goei vlezekes. Thuis was ik hier al heel blij mee geweest, maar na 2 maand injerra was dit echt de hemel op Aarde! De andere mensen daar waren ook voornamelijk westerlingen (Spanjaarden, Italianen, Amerikanen, ne Brit,…), wat ook wel eens een leuke afwisseling was. Kheb mijn Spaans een beetje kunnen oefenen, maar als ze éénmaal op tempo beginnen te praten, gaat het nog wel iets te snel om alles te kunnen verstaan. Ik heb weer eens gemerkt hoe graag ik die taal spreek en hoor, misschien moet ik mijn volgende verre reis toch maar in een Spaanstalig land doen.:) Maar dat zijn zorgen voor later.

Na het eten/feestje (alez ja, als de drank op was haha. Die expats kunnen er iets van) zijn we naar één of andere club geweest, waar mensen van ongelofelijk veel nationaliteiten te zien waren (klinkt een beetje gelijk nen dierentuin haha:)). Waarschijnlijk kwam da wel door het feit dat het relatief duur was, maar over 2 euro inkom gaan we geen probleem maken natuurlijk. Het was ne leuke avond, Jef en ik hebben ons echt heel goe geamuseerd, maar misschien is het niet slecht dat er geen foto’s getrokken zijn:). Achteraf heeft Angel, ook ne Spanjaard, me aan het hotel afgezet. Topkerel!
Omdat ik voor zondag nog geen plannen had, heeft Marta voorgesteld om deze namiddag mee te gaan naar een Ethiopisch trouwfeest, iets waar ik natuurlijk geen nee tegen heb gezegd! Het was echt geweldig dat de Spanjaarden zo goed voor mij gezorgd hebben. Angel en Jorge hadden wat deftige kleren meegebracht, waardoor ik voor mijn laatste dag op Ethiopisch grondgebied kon rondlopen in een kostuum, wat best vreemd was. De trouw zelf was eigenlijk niet zo geweldig, natuurlijk was het wel leuk om eens mee te maken maar ik heb het ni echt voor zo’n ceremonies, en al zeker niet als ze zo overdreven fake zijn. Maar het was wel leuk om met mijn nieuwe Spaanse vrienden op te trekken, niet alleen om mijn Spaans te oefenen maar ook omdat het echt leuke mensen zijn met interessante ideeën. Achteraf heeft Angel me weer afgezet aan het hotel, want aan alle mooie liedjes komt een eind.


Ik heb snel mijn bagage bijeengepakt en afscheid genomen van Jef en Jacoba, en daarna ben ik in de taxi richting Bole International Airport gestapt. Het is een vreemd gevoel om voor het eerst sinds 13 augustus terug helemaal alleen te zijn. Ik heb altijd wel iemand rondom mij gehad, wat een ongelofelijke meerwaarde heeft gegeven aan mijn avontuur. Merci allemaal voor alle leuke momenten die we samen hebben meegemaakt, ik ben blij dat jullie in mijn team zaten:).
Nu zit ik aan gate 7 te wachten op mijn vliegtuig naar Nairobi, waar ik (als alles gaat zoals gepland) Leen terug zal zien. Het gaat de eerste keer in 2 maand zijn dat ik iemand ontmoet die ik eigenlijk al ken, dus ik ben benieuwd hoe dat gaat zijn. We gaan in elk geval proberen om er nog een prachtige week van te maken, zodat we volgende week maandag met een blij gevoel terug in Zaventem kunnen landen. Mijne Ethiopische gsm-nummer ga ik na vanavond niet meer gebruiken, maar ge kunt altijd gratis naar mijne Belgische nummer sturen, moest er iets zijn!


Laat de giraffen maar komen! :)

vrijdag 28 september 2012

Amazing Rift Valley

Het is alweer een week geleden sinds mijn laatste verhaal, en sindsdien is er heel wat gebeurd. De voorbije zeven dagen hebben we (Jef, Davy en mezelf) kennis gemaakt met het Ethiopië buiten Jimma, en dat is ons enorm goed bevallen. Net zoals de meisjes en Bram vorige week, hebben we een rondreis gemaakt in de Rift Valley, in de Toyota RAV4 van onze chauffeur-gids-regelaar Afa. Dieje mens is echt veruit de plezantste Ethiopiër die we al leren kennen hebben, en het ziet er niet naar uit dat er nog iemand hem zal kunnen overtreffen. Hij is 32 (of Dirty Two, zoals hij het zei), heeft samen met zijn Canadese vrouw 2 kinderen en hij regelt alles op een on-Ethiopische manier, om het zacht uit te drukken. Heerlijke kerel.



De tocht voerde ons van Jimma naar Arba Minch, waar we één avond en dag gebleven zijn om een bezoek te brengen aan het Nechsar National Park en het aangrenzende Lake Chamo. De volgende dag trokken we de bergen in, op weg naar het dorpje Dorzee, waar we wat hebben bijgeleerd over de lokale cultuur, op verschillende manieren. Vervolgens zijn we naar Awassa getrokken, waar we een heerlijk terrasje gedaan hebben aan de oevers het meer, en een bezoek hebben gebracht aan de plaatselijke vismarkt. Daarna gingen we naar Ziway, waar we een wandeling hebben gemaakt in het Ziway NP, met warmwaterbronnen als grootste ‘attractie’. In de late namiddag hebben we een boottocht gemaakt op het meer, waar we heel wat vogels, spinnen en ook wat nijlpaarden gezien hebben. De dag erop hebben we een lange rit gemaakt naar Awash National Park, maar het lange rijden was zeker de moeite waard! De volgende dag zijn we naar Addis Ababa gereden, waar eerst nog wat hebben rondgetoerd, vooraleer we afscheid namen van Afa. ’s Avonds hebben we samen met Bram, die ook in Addis verblijft momenteel, deelgenomen aan de indrukwekkende Mezkelviering. Zondagochtend hebben we nog een blitzbezoek gebracht aan het National Museum in Addis (één van de enige musea hier dat de moeite waard is, volgens Bram (die er toch al wel een heel deel bezocht heeft)). Rond de middag zijn we heel moe, maar ook heel tevreden op de Sky Bus gestapt, die ons terug naar Jimma moest brengen. En aangezien ge dit nu aan het lezen bent, is dat ook gelukt:).



--

Donderdag vertrokken we véél te vroeg in Jimma, om een hele dag onderweg te zijn naar Arba Minch. Tijdens de lange rit veranderde het landschap geleidelijk, maar overal bleef het even groen als in de streek rond Jimma. We maakten enkele (korte) stops om naar het landschap te kijken, maar omdat het weer wat tegenviel, was het uitzicht vaak beperkt. Toch had het wel iets, zo'n oude vulkanen in de mist.


De wegen die we volgden waren lang niet allemaal geasfalteerd, en toen we een smalle weg door de bergen moesten passeren, bleek dat dit zeker niet optimaal is. Voor ons had ne groten opligger zichzelf vastgereden in de plakkerige modder, waardoor de hele weg versperd werd. Eerst probeerden ze om heel dat gevaarte eruit te trekken met ne bulldozer, maar omdat de camion behoorlijk zwaar geladen was, leek dat niet te lukken. Ze besloten dan maar om de weg naast de opligger wat breder te maken met ne bulldozer, waardoor de auto’s ernaast konden passeren. Oké, een uurtje verloren, maar da was geen ramp aangezien de weg vanaf hier makkelijker werd.



Als we op dieje moment in België waren, was het probleem opgelost. In Ethiopië – not so much :). Toen de weg was vrijgemaakt, gingen we naar onze jeep, maar toen we wilden vertrekken zagen we dat één van de tegenliggers al vertrokken was, en de opligger probeerde te passeren. De tegenligger was trouwens ook ne camion, dus ja dat kon onmogelijk goed aflopen.
Goe, om het toch een beetje kort te houden, door dieje slimme chauffeur hebben we nog een extra uur verloren, uiteindelijk hebben ze hem met behulp van de grijper dieje op de eerste opligger stond kunnen losduwen , waardoor wij konden passeren. Only in Afrika.


We waren dus 2u later dan gepland in Arba Minch, waar we met 3 in een bungalow sliepen, in een Bekele Molla hotel, niet te duur en propere, mooie kamers. Eenmaal aangekomen was het eindelijk tijd voor een doucheke, en het was denk ik zonder overdrijven de beste douche uit mijn leven. Ik kon me de laatste keer dat ik een warme douche had niet herinneren, toch wel één van de dingen die ik meer ga appreciëren als ik thuis ben denk ik:). We hebben het die eerste avond niet te laat gemaakt, eens goed slapen na zo’n zware dag kan nooit kwaad he!



--

De volgende dag begon de reis écht. We zijn ergens in een lokale keet gaan ontbijten, en daar heb ik voor het eerst kennis gemaakt met de ‘Special Full’. Ge moet weten, ik eet al meer dan een maand zo goed als elke ochtend Encula Firfif (brood met eieren, paprika en ajuin), en da begint na een tijdje wel wa tegen te vallen:) Vandaag merkten we al direct dat het eten hier ongelofelijk veel lekkerder is dan in Jimma, waardoor we het er dus ook van genomen hebben. ‘Special Full’ is een mengeling van eieren, een soort kaas, iets tomatensaus-achtig en in Arba Minch doen ze er blijkbaar ook avocado’s bij. Best-breakfast-ever. Soms ziet het er niet echt smakelijk uit, maar het was het eerste eten dat ik ga missen als ik terug in België ben denk ik (en zeker in Jimma).

Het plan voor vandaag was om een bezoek te brengen aan het Nechsar NP, en om daar te geraken zouden we eerst Lake Chamo moeten oversteken. We probeerden om nog wat (zeldzame) buitenlanders te overtuigen om met ons mee te gaan, om zo de kost wat te drukken, maar uiteindelijk gingen we er met z’n drieën op uit, wat achteraf gezien heel goed was!
De boottocht was echt geweldig, onze kapitein bracht ons naar een plaatsje waar het water heel ondiep is, waardoor er veel prachtige vogels samenzwermen. Pelikanen, Koedoes, allerlei reigers en ibissen, aalscholvers en visarenden op enkele meters afstand: ondanks het feit dat de vogels niet het belangrijkste zijn op de boottocht, was het nu al een geslaagde tocht.



Na een tijdje zagen we in de verte ook een krokodil, en dan nog één, en nog één, en als we wat naderden zagen we dat er echt een heel aantal gigantische exemplaren lagen te zonnen aan de oevers van het meer, tussen het riet. Het gaf ne behoorlijke kick om zo dicht bij zo’n grote roofdieren te komen (als ik wou kon ik ze aaien denk ik, echt zot), het was meteen één van de (vele) hoogtepunten van de reis.


Na een kwartiertje tussen de krokodillen gingen we op zoek naar de volgende attractie: de nijlpaarden. Omdat de zon nog heel hoog stond, bevonden ze zich nog in iets dieper water, waardoor we enkel hun (enorme) koppen konden zien. Omdat nijlpaarden blijkbaar iets agressiever zijn dan onze geschubde vrienden, konden we deze keer niet zo dichtbij komen, maar toch was het meer dan de moeite! Op naar het park dan maar!


We hadden op aanraden van Afa geen gids meegenomen, enkel een gewapende Ranger, omdat dat verplicht was. De gidsen die meegaan met groepen willen vaak snel terugkeren, omdat ze moe zijn of omdat ze ‘tsjad’ (de lokale drug) willen gaan kauwen, en daarbij komt nog eens het feit dat ze blijkbaar niet zo bijster veel te vertellen hebben. Onze ranger daarentegen zat er niet mee in om onder een loden zon een hele tocht te maken, en hij deed dat in een behoorlijk strak tempo:). Het viel me op dat het vele wandelen op grote hoogte in Jimma wel duidelijk goed heeft gedaan aan mijn conditie, zeker als ik me terug in een lager gelegen gebied bevind.

We zagen alweer heel wat vogels (Jef en Davy zijn echt heel goed in het herkennen van de verschillende soorten, which is cool), maar het mooiste van dit park waren toch wel duidelijk de zebra’s, in combinatie met een fabelachtig decor. This is Africa!



Er zaten ook nog wat andere dieren, zoals antilopen, een soort loopvogel, mestkevers, maar het mag duidelijk zijn dat de wildlife in de parken in Ethiopië niet te vergelijken valt met de dingen die je verwacht van een typische safari. Toch was het geweldig om die dieren eens in het wild te zien, zeker met de prachtige landschappen die erbij geserveerd werden. Giraffen, leeuwen, cheeta’s, luipaarden, olifanten en neushoorns zien we wel in Kenya, ik kijk er enorm naar uit:).

Arba Minch, en eigenlijk de hele Ethiopische Rift Valley, is bekend om zijn heerlijke vis, en daarom besloot ik om deze week zoveel mogelijk viskes te eten. Goeie beslissing! Vandaag schafte de pot visgoulash, iets dat ik thuis nooit zou bestellen op restaurant, maar het was écht écht lekker.
’s Avonds zijn we samen met Afa op café gegaan, hij wist een paar leuke plaatskes en het was heel plezant. Draft Alle!

--

Omdat het domein rond ons hotel een prachtig zicht heeft op de twee aangrenzende meren, zijn we zaterdag om half 6 (shiiieet) opgestaan om de zon te zien opkomen boven het water, wat een prachtig zicht was.

Opstaan deed pijn, maar het was het waard! Op het terras van het hotel hadden we ook een geweldig zicht op de meren, dus we besloten om daar rustig te ontbijten. De mannen hebben heel fel genoten van hun toasts met confituur (onbestaande in Jimma), maar ik ben voor de grilled fish gegaan. Omdat het kon!



De voormiddag was normaal voorzien om uit te rusten, maar omdat we zo vroeg waren opgestaan besloten we om maar een beetje te gaan wandelen in de omgeving, op zoek naar slangen en hagedissen. Davy weet heel veel van reptielen en insecten, dus hij weet vaak wel de leuke soorten te vinden, maar vandaag vonden we helaas niet wat we zochten. Oh well, toch weer mooie landschappen gezien en het was leuk:).

In de namiddag vertrokken we naar Dorzee, een klein dorpje in de bergen in de buurt van Arba Minch, en de tocht naar boven was zeker een ervaring. We hadden geweldige uitzichten over Arba Minch en de meren, maar ook de mensen zijn hier anders. Wanneer kinderen in Jimma voor geld vragen zeggen ze gewoon ‘You, give money!’, maar hier doen ze allemaal dansjes. Nuja, het komt op hetzelfde neer, we delen geen geld uit omdat dat toch niets oplost, en ook omdat het juist komt door toeristen die veel geld uitdelen dat we hier soms bekeken worden als wandelende dollarbiljetten. Grappig was ook dat Afa altijd zijn vuist naar buiten stak om de kinderen te laten denken dat ze iets gingen krijgen, waardoor ze echt lang achter onze auto liepen :) Hij liet ze altijd wa dichter komen, om dan terug te versnellen, hilarisch.


In Dorzee werden we meteen opgevangen door ne lokale rastakerel, die onze gids ging zijn voor de namiddag. Hij begon direct met een uitleg over het dorp, het leek er dus op dat we vandaag écht de toerist gingen uithangen, wat ook wel eens mag natuurlijk.

 
We mochten eens proeven van het lokale ‘brood’, gemaakt van ‘inset’, een plant die lijkt op een bananenboom maar die geen vruchten produceert. We proefden met honing, wat verschrikkelijk veel bijen aantrok, maar niemand trekt zich daar iets van aan blijkbaar.


Er was ook een rood sausje bij, tomatensaus volgens Afa. Als een Ethiopiër zegt dat iets niet pikant is, is het dat écht wel! En aangezien Afa dit zelf ook pikant vond, stond mijn mond dus zeker 10 minuten in brand. Ni gewoon.

We maakten ook een wandeling tot bij de lokale waterval, die niet heel breed maar wel behoorlijk hoog was. Na wat geklauter kon ik er vlak naast gaan staan, en ik moet zeggen dat ik niet verwacht had dat het zo’n kick zou geven om zoveel water vlak naast u te zien-horen-voelen vallen. Aanrader!

Daarna bezochten het het lokale uitzichtspunt op de vallei, waar het tijd was voor een grouppicture met onze gids! Als we de toerist uithangen, kunnen we het maar beter tegoei doen he!:)


Na de rondleiding gingen we op bezoek in de lokale bar, waar enkel de Ethiopische honingdrank ‘Tasj’ verkocht wordt. Ik had het al eens gedronken na mijn veldwerk, maar deze keer was hij veel lekkerder. Ik wist dat Tasj behoorlijk straf was, en aan de verhalen van de vorige groep te horen was dat in Dorzee zeker niet anders. Afa verzekerde ons echter dat het minder straf was dan bier.
Kort samengevat: goeien avond, iets minder goeie ochtend, haha!:)



--

’s Morgens werden we wakker in onze hutjes (geen stenen huis deze keer, maar een hut gemaakt uit bamboe), en kregen we na ons ontbijt de rekening gepresenteerd. We wisten al van de vorige groep dat het (naar Ethiopische normen) behoorlijk duur was, maar het was heel plezant en een deel van het geld wordt gebruikt voor de bouw van een schooltje in het dorp, dus no problem:).



Op naar onze volgende stop dan maar, de tocht naar Awassa duurde 5u maar de mooie landschappen maakten veel goed! Onderweg zijn we wel even gestopt om een waterval te bezoeken, altijd indrukwekkend, en ook een mooie gully konden we niet laten passeren uiteraard.:)

In Awassa zijn we een terraske gaan doen aan een adembenemende oever van het meer, waar we de zon mooi konden zien ondergaan. Een aantal mooie vogels zorgden voor het spektakel, en er was ook net een trouwfeest bezig dus dat was ook wel eens leuk om te zien natuurlijk!



Zondagavond zijn we héél lekker gaan eten in een Italiaans restaurant (uitgebaat door een Italiaan), heel deftige keet en ook niet te duur. Als ge ooit in Hawassa komt, zeker doen:) ’s avonds zijn we alweer een paar cafeekes binnengestapt, goe gelachen. Afa begon duidelijk open te bloeien, haha:). Geniale kerel, nogmaals.


--

Maandagochtend brachten we een bezoek aan de vismarkt, waar we konden zien hoe de vissers hun netten leegmaken en dan hun visjes sorteren. Het was interessant om te zien dat ze hun netten omhooghouden met plastieken flessen. Thuis plooit iedereen zijn flessen dicht om ze in de PMD-zak te steken, maar hier worden ze voor heel veel dingen hergebruikt. Een PMD-zak kennen ze uiteraard ook niet, hier smijten ze hun afval gewoon in de kant of ze steken het in de fik. Soms is het wel behoorlijk frustrerend om te zien hoezeer we in Europa (alez, niet iedereen, maar toch een grote groep mensen) bezig zijn met milieubeheer, terwijl er hier echt totaal niet op gelet wordt. Langs de andere kant is het ook wel te begrijpen dat het voor de mensen hier belangrijker is om te overleven dan om hun colablikjes te scheiden van de bananenschillen, maar toch doet het pijn om te zien hoe zwaar ze hun natuur (toch de grootste rijkdom hier) belasten.

Ma goe, we waren op de vismarkt, waar trouwens heel veel Koedoes zitten, waarschijnlijk de lelijkste vogel op aarde, maar door zijn grootte is het wel speciaal om tegen te komen natuurlijk. Alez, speciaal voor ons, want ginder stikte het er echt van:)



Ze verkochten daar ook verse vis (verser kan moeilijk volgens mij), dus moesten we dat uiteraard eens uitproberen. Beste-vis-ooit! Hij zag er niet supergoed uit, maar dat was hij zeker wel:).


Afa, die trouwens echt ne levensgenieter is, at liever de lokale sushi, maar daar zijn we maar vanaf gebleven. Hij vond het lekker, en aangezien de verantwoordelijke voor de inkom van de vismarkt zijn rauwe vis ook wel kon appreciëren, was het vandaag gratis voor ons. Afa deed elke keer echt moeite om ons zo weinig mogelijk te laten betalen, wat volgens mij behoorlijk uniek is voor zijn branche. Zelf pakte hij zelf wel vaak iets duurder eten, of een grotere kamer met wat meer luxe, want zoals ik al zei, het is ne levensgenieter.

Na de vismarkt zetten we onze reis naar het noorden voort. De volgende stop, Ziway, was interessant door het nationale park met struisvogels, wrattenzwijnen en antilopen, die we allemaal van vrij dichtbij gezien hebben, which was nice:).
Na een rit door een acasiabos (één van de coolste bomen van de wereld) en langs een geweldig uitzichtspunt, kwamen we aan bij de warmwaterbronnen in de buurt van alweer een Rift Valley Lake. Wel eens leuk om te zien hoe ze het warme water gebruikten om zich te wassen, maar ook om maïs en andere dingen in te koken.

 
Omdat er hier heel wat mensen waren, werden we uiteraard wel gevolgd door een hele stoet kinderen die vonden dat ze one birr moesten krijgen, wat iets minder aangenaam was. Er was ook iemand mee die gids speelde, maar zoals meestal wist hij er niet zoveel van. Jef vroeg zich luidop af wat er in de verte vlak achter de nijlganzen zat, maar gelukkig was onze gids er om aan te geven dat het een ‘Duck’ was. Grappig maar soms wel wa storend ook:) Oh well.
Vandaag stond er ook een boottocht op het programma, en deze keer konden we de nijlpaarden iets beter zien, wat wel een mooi zicht was uiteraard. Er zat ook een moeder met haar jong op de rug, maar helaas stonden zij niet zo graag op de foto.

  

We zijn naar een vogeleiland gevaren (dus een eiland waar veel vogels zitten he ;) ), wat eigenlijk gewoon een grote struik in het water was die werd gebruikt als broedplaats voor heel wat vogelsoorten. De bootman wist ons te vertellen dat er een pelikaan naast ons zwom (no shit, Sherlock), maar gelukkig kennen Jef en Davy wél iets van vogels, dus ik had mijn 2 privégidsen bij me.:)


Daarna zijn we op het naburige eiland aan wal gegaan, om een ‘very nice monastery’ te bezoeken. Blijkbaar vond de begeleider de weg niet meer, waardoor we door een soort Afrikaanse brandnetels moesten laveren (auw). De kerk zelf stelde echt niks voor, maar het eiland was ook bekend om zijn ecologische kenmerken. Op de één of andere manier zijn er hier spinnen terecht gekomen, en blijkbaar zijn er niet zoveel dieren op het eiland die graag spinnen lusten, waardoor het er redelijk creepy was als ge niet zone spinnenliefhebber bent. Davy vond het niet zo leuk:)



Helaas waren we iets te vroeg om de zonsondergang op het meer te zien, maar zelfs dan was het zicht weer adembenemend! Het was alweer een mooie boottocht, ondanks wat communicatieproblemen met de mensen die ons begeleidden. Achja, niks aan te doen, het was leuk en mooi:).

--

De volgende dag daalden we enkele honderden meters in de vallei, waardoor de temperatuur fel de hoogte in ging. Awash National Park was het doel van deze laatste volledige dag van de reis, en het was alweer echt goe. Aan de oevers van de rivier gingen we op zoek naar slangen en andere reptielen, en hoewel we geen slang gevonden hebben, was deze mooie Nijlvaraan (en zijn familie) zeker ook wel de moeite!


Aan de overkant lagen ook krokodillen te slapen, wat behoorlijk gek is aangezien er ook een kampeerplaats is, die totaal niet bewaakt is en die vlak naast de rivier ligt. Als het heel fel regent (zoals bij de vorige groep blijkbaar het geval was), overstroomt de rivier en komt de hele kampeersite onder water te liggen. Ni de leukste manier om wakker te worden denk ik:)
Als ge dan in uw tentje wordt meegesleurd door de stroming, doet ge er best aan om zo snel mogelijk uit uwe slaapzak te kruipen, aangezien de rivier u anders na een paar kilometer in een gigantische waterval zou smijten. Mooi plaatsje!



Omdat het tijdens ons parkbezoek even geregend had, waren alle landschildpadden uit hun schuilplaats gekropen, wat natuurlijk een leuk extraatje was!



In het struikgewas zagen we een mannetjeskoedoe (wat uitzonderlijk was blijkbaar, joepie), en wanneer het landschap veranderde in échte savanne, vonden we een paar Orixkuddes, wat door hun grote hoorns een behoorlijk mooi zicht was.


Dit was trouwens de auto waar we heel de reis in rondgereden hebben.
’s avonds waren we echt doodop, maar omdat het de laatste avond was zijn we toch nog naar de lokale bar gegaan. Ondanks de vermoeidheid was het alweer heel plezant, ook wel dankzij Afa die zich goed liet gaan:).

--

Eergisteren gingen we naar Addis, waar we Bram in de voormiddag opgepikt hebben. Het was echtwel plezant om hem nog eens terug te zien, en samen met hem en Afa hebben we de stad nog wat verkend. Het was weer lekker warm vandaag, dus uiteraard moest ook de dorst gelest worden;)



Rond 3u hebben we afscheid genomen van Afa, omdat we dus met de bus terug naar Jimma gekomen zijn. De reden dat we nog een extra dag in de hoofdstad verbleven, was het Orthodoxe Mezkelfeest. Een gigantische menigte mensen komt samen op Mezkel Square (waar trouwens mijn eerste bus vanuit Addis naar Jimma vertrok), en daar wordt een groot vuur gemaakt in het midden. Alle mensen staan in een soort amfitheater, en wanneer het donker werd, stak iedereen een kaarsje aan. De lichtjes van de schelde, maar dan iets meer:).


Omdat het de laatste avond met Bram was, zijn we nog eens goe op stap geweest. Da valt zowel letterlijk als figuurlijk te interpreteren, aangezien we eerst écht ver zijn gewandeld (lees: verlorengelopen in een miljoenenstad:)), en dan nog goe op café zijn geweest. Twas echt heel plezant, mooie afsluiter!

--

Zondag zijn we vroeg opgestaan (alweer, auw), en hebben we nog een snel bezoek gebracht aan het National Museum in Addis, waar een échte replica van Lucy (oudst gevonden mens, you’ve heard about this) lag. Er stonden ook heel wat andere dingen, en het viel ons op dat de werktuigen en potten die hier tentoongesteld worden bij verschillende tijdsperiodes (die echt al lang gepasseerd zijn), nog steeds gebruikt worden door het grootste deel van de bevolking op het platteland. Vreemd.



’s Middags hebben we afscheid genomen van Bram (deze keer voor echt), en zijn we teruggekeerd naar Mezkel square, om de Sky-bus richting Jimma te nemen. Ik ben hier nu 3 keer geweest, en telkens was het plein volledig anders.


Het was best vreemd om terug naar ‘huis’ te gaan, zeker omdat de voorbije week zo geweldig is geweest. Helaas moet er ook nog wat gewerkt worden natuurlijk. Ik ga nu nog een vijftal dagen op het veld proberen te gaan, en ook Jef en Davy hebben nog heel wat werk voor de boeg, maar terug erin vliegen na zo’n vakantie is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Nog effe doorbijten dan maar.

Het terug aankomen in Jimma voelde eerst wat ongemakkelijk aan, omdat het toch iets is dat we al gezien hebben, maar het is ook een vertrouwde omgeving geworden. De mensen kennen ons hier, en zijn ook heel vriendelijk. En daar kwam natuurlijk nog eens bij dat Annelies hier al een week alleen zit, dus zij was ook geweldig blij om ons te zien (en andersom).:)

Vanmorgen waren we terug in onze vertrouwde tuin aan het ontbijten, maar toen ik mijn brood in mijne mond wou steken kwam er ineens ne zwarte wouw (lees: roofvogel) in duikvlucht af, om mijn hapje te stelen. Ik wou het net in mijne mond steken, dus hij heeft mijn gezicht geraakt met zijn klauwen, maar het brood heeft hij niet gekregen;). Was wel effe verschieten.