vrijdag 28 september 2012

Amazing Rift Valley

Het is alweer een week geleden sinds mijn laatste verhaal, en sindsdien is er heel wat gebeurd. De voorbije zeven dagen hebben we (Jef, Davy en mezelf) kennis gemaakt met het Ethiopië buiten Jimma, en dat is ons enorm goed bevallen. Net zoals de meisjes en Bram vorige week, hebben we een rondreis gemaakt in de Rift Valley, in de Toyota RAV4 van onze chauffeur-gids-regelaar Afa. Dieje mens is echt veruit de plezantste Ethiopiër die we al leren kennen hebben, en het ziet er niet naar uit dat er nog iemand hem zal kunnen overtreffen. Hij is 32 (of Dirty Two, zoals hij het zei), heeft samen met zijn Canadese vrouw 2 kinderen en hij regelt alles op een on-Ethiopische manier, om het zacht uit te drukken. Heerlijke kerel.



De tocht voerde ons van Jimma naar Arba Minch, waar we één avond en dag gebleven zijn om een bezoek te brengen aan het Nechsar National Park en het aangrenzende Lake Chamo. De volgende dag trokken we de bergen in, op weg naar het dorpje Dorzee, waar we wat hebben bijgeleerd over de lokale cultuur, op verschillende manieren. Vervolgens zijn we naar Awassa getrokken, waar we een heerlijk terrasje gedaan hebben aan de oevers het meer, en een bezoek hebben gebracht aan de plaatselijke vismarkt. Daarna gingen we naar Ziway, waar we een wandeling hebben gemaakt in het Ziway NP, met warmwaterbronnen als grootste ‘attractie’. In de late namiddag hebben we een boottocht gemaakt op het meer, waar we heel wat vogels, spinnen en ook wat nijlpaarden gezien hebben. De dag erop hebben we een lange rit gemaakt naar Awash National Park, maar het lange rijden was zeker de moeite waard! De volgende dag zijn we naar Addis Ababa gereden, waar eerst nog wat hebben rondgetoerd, vooraleer we afscheid namen van Afa. ’s Avonds hebben we samen met Bram, die ook in Addis verblijft momenteel, deelgenomen aan de indrukwekkende Mezkelviering. Zondagochtend hebben we nog een blitzbezoek gebracht aan het National Museum in Addis (één van de enige musea hier dat de moeite waard is, volgens Bram (die er toch al wel een heel deel bezocht heeft)). Rond de middag zijn we heel moe, maar ook heel tevreden op de Sky Bus gestapt, die ons terug naar Jimma moest brengen. En aangezien ge dit nu aan het lezen bent, is dat ook gelukt:).



--

Donderdag vertrokken we véél te vroeg in Jimma, om een hele dag onderweg te zijn naar Arba Minch. Tijdens de lange rit veranderde het landschap geleidelijk, maar overal bleef het even groen als in de streek rond Jimma. We maakten enkele (korte) stops om naar het landschap te kijken, maar omdat het weer wat tegenviel, was het uitzicht vaak beperkt. Toch had het wel iets, zo'n oude vulkanen in de mist.


De wegen die we volgden waren lang niet allemaal geasfalteerd, en toen we een smalle weg door de bergen moesten passeren, bleek dat dit zeker niet optimaal is. Voor ons had ne groten opligger zichzelf vastgereden in de plakkerige modder, waardoor de hele weg versperd werd. Eerst probeerden ze om heel dat gevaarte eruit te trekken met ne bulldozer, maar omdat de camion behoorlijk zwaar geladen was, leek dat niet te lukken. Ze besloten dan maar om de weg naast de opligger wat breder te maken met ne bulldozer, waardoor de auto’s ernaast konden passeren. Oké, een uurtje verloren, maar da was geen ramp aangezien de weg vanaf hier makkelijker werd.



Als we op dieje moment in België waren, was het probleem opgelost. In Ethiopië – not so much :). Toen de weg was vrijgemaakt, gingen we naar onze jeep, maar toen we wilden vertrekken zagen we dat één van de tegenliggers al vertrokken was, en de opligger probeerde te passeren. De tegenligger was trouwens ook ne camion, dus ja dat kon onmogelijk goed aflopen.
Goe, om het toch een beetje kort te houden, door dieje slimme chauffeur hebben we nog een extra uur verloren, uiteindelijk hebben ze hem met behulp van de grijper dieje op de eerste opligger stond kunnen losduwen , waardoor wij konden passeren. Only in Afrika.


We waren dus 2u later dan gepland in Arba Minch, waar we met 3 in een bungalow sliepen, in een Bekele Molla hotel, niet te duur en propere, mooie kamers. Eenmaal aangekomen was het eindelijk tijd voor een doucheke, en het was denk ik zonder overdrijven de beste douche uit mijn leven. Ik kon me de laatste keer dat ik een warme douche had niet herinneren, toch wel één van de dingen die ik meer ga appreciëren als ik thuis ben denk ik:). We hebben het die eerste avond niet te laat gemaakt, eens goed slapen na zo’n zware dag kan nooit kwaad he!



--

De volgende dag begon de reis écht. We zijn ergens in een lokale keet gaan ontbijten, en daar heb ik voor het eerst kennis gemaakt met de ‘Special Full’. Ge moet weten, ik eet al meer dan een maand zo goed als elke ochtend Encula Firfif (brood met eieren, paprika en ajuin), en da begint na een tijdje wel wa tegen te vallen:) Vandaag merkten we al direct dat het eten hier ongelofelijk veel lekkerder is dan in Jimma, waardoor we het er dus ook van genomen hebben. ‘Special Full’ is een mengeling van eieren, een soort kaas, iets tomatensaus-achtig en in Arba Minch doen ze er blijkbaar ook avocado’s bij. Best-breakfast-ever. Soms ziet het er niet echt smakelijk uit, maar het was het eerste eten dat ik ga missen als ik terug in België ben denk ik (en zeker in Jimma).

Het plan voor vandaag was om een bezoek te brengen aan het Nechsar NP, en om daar te geraken zouden we eerst Lake Chamo moeten oversteken. We probeerden om nog wat (zeldzame) buitenlanders te overtuigen om met ons mee te gaan, om zo de kost wat te drukken, maar uiteindelijk gingen we er met z’n drieën op uit, wat achteraf gezien heel goed was!
De boottocht was echt geweldig, onze kapitein bracht ons naar een plaatsje waar het water heel ondiep is, waardoor er veel prachtige vogels samenzwermen. Pelikanen, Koedoes, allerlei reigers en ibissen, aalscholvers en visarenden op enkele meters afstand: ondanks het feit dat de vogels niet het belangrijkste zijn op de boottocht, was het nu al een geslaagde tocht.



Na een tijdje zagen we in de verte ook een krokodil, en dan nog één, en nog één, en als we wat naderden zagen we dat er echt een heel aantal gigantische exemplaren lagen te zonnen aan de oevers van het meer, tussen het riet. Het gaf ne behoorlijke kick om zo dicht bij zo’n grote roofdieren te komen (als ik wou kon ik ze aaien denk ik, echt zot), het was meteen één van de (vele) hoogtepunten van de reis.


Na een kwartiertje tussen de krokodillen gingen we op zoek naar de volgende attractie: de nijlpaarden. Omdat de zon nog heel hoog stond, bevonden ze zich nog in iets dieper water, waardoor we enkel hun (enorme) koppen konden zien. Omdat nijlpaarden blijkbaar iets agressiever zijn dan onze geschubde vrienden, konden we deze keer niet zo dichtbij komen, maar toch was het meer dan de moeite! Op naar het park dan maar!


We hadden op aanraden van Afa geen gids meegenomen, enkel een gewapende Ranger, omdat dat verplicht was. De gidsen die meegaan met groepen willen vaak snel terugkeren, omdat ze moe zijn of omdat ze ‘tsjad’ (de lokale drug) willen gaan kauwen, en daarbij komt nog eens het feit dat ze blijkbaar niet zo bijster veel te vertellen hebben. Onze ranger daarentegen zat er niet mee in om onder een loden zon een hele tocht te maken, en hij deed dat in een behoorlijk strak tempo:). Het viel me op dat het vele wandelen op grote hoogte in Jimma wel duidelijk goed heeft gedaan aan mijn conditie, zeker als ik me terug in een lager gelegen gebied bevind.

We zagen alweer heel wat vogels (Jef en Davy zijn echt heel goed in het herkennen van de verschillende soorten, which is cool), maar het mooiste van dit park waren toch wel duidelijk de zebra’s, in combinatie met een fabelachtig decor. This is Africa!



Er zaten ook nog wat andere dieren, zoals antilopen, een soort loopvogel, mestkevers, maar het mag duidelijk zijn dat de wildlife in de parken in Ethiopië niet te vergelijken valt met de dingen die je verwacht van een typische safari. Toch was het geweldig om die dieren eens in het wild te zien, zeker met de prachtige landschappen die erbij geserveerd werden. Giraffen, leeuwen, cheeta’s, luipaarden, olifanten en neushoorns zien we wel in Kenya, ik kijk er enorm naar uit:).

Arba Minch, en eigenlijk de hele Ethiopische Rift Valley, is bekend om zijn heerlijke vis, en daarom besloot ik om deze week zoveel mogelijk viskes te eten. Goeie beslissing! Vandaag schafte de pot visgoulash, iets dat ik thuis nooit zou bestellen op restaurant, maar het was écht écht lekker.
’s Avonds zijn we samen met Afa op café gegaan, hij wist een paar leuke plaatskes en het was heel plezant. Draft Alle!

--

Omdat het domein rond ons hotel een prachtig zicht heeft op de twee aangrenzende meren, zijn we zaterdag om half 6 (shiiieet) opgestaan om de zon te zien opkomen boven het water, wat een prachtig zicht was.

Opstaan deed pijn, maar het was het waard! Op het terras van het hotel hadden we ook een geweldig zicht op de meren, dus we besloten om daar rustig te ontbijten. De mannen hebben heel fel genoten van hun toasts met confituur (onbestaande in Jimma), maar ik ben voor de grilled fish gegaan. Omdat het kon!



De voormiddag was normaal voorzien om uit te rusten, maar omdat we zo vroeg waren opgestaan besloten we om maar een beetje te gaan wandelen in de omgeving, op zoek naar slangen en hagedissen. Davy weet heel veel van reptielen en insecten, dus hij weet vaak wel de leuke soorten te vinden, maar vandaag vonden we helaas niet wat we zochten. Oh well, toch weer mooie landschappen gezien en het was leuk:).

In de namiddag vertrokken we naar Dorzee, een klein dorpje in de bergen in de buurt van Arba Minch, en de tocht naar boven was zeker een ervaring. We hadden geweldige uitzichten over Arba Minch en de meren, maar ook de mensen zijn hier anders. Wanneer kinderen in Jimma voor geld vragen zeggen ze gewoon ‘You, give money!’, maar hier doen ze allemaal dansjes. Nuja, het komt op hetzelfde neer, we delen geen geld uit omdat dat toch niets oplost, en ook omdat het juist komt door toeristen die veel geld uitdelen dat we hier soms bekeken worden als wandelende dollarbiljetten. Grappig was ook dat Afa altijd zijn vuist naar buiten stak om de kinderen te laten denken dat ze iets gingen krijgen, waardoor ze echt lang achter onze auto liepen :) Hij liet ze altijd wa dichter komen, om dan terug te versnellen, hilarisch.


In Dorzee werden we meteen opgevangen door ne lokale rastakerel, die onze gids ging zijn voor de namiddag. Hij begon direct met een uitleg over het dorp, het leek er dus op dat we vandaag écht de toerist gingen uithangen, wat ook wel eens mag natuurlijk.

 
We mochten eens proeven van het lokale ‘brood’, gemaakt van ‘inset’, een plant die lijkt op een bananenboom maar die geen vruchten produceert. We proefden met honing, wat verschrikkelijk veel bijen aantrok, maar niemand trekt zich daar iets van aan blijkbaar.


Er was ook een rood sausje bij, tomatensaus volgens Afa. Als een Ethiopiër zegt dat iets niet pikant is, is het dat écht wel! En aangezien Afa dit zelf ook pikant vond, stond mijn mond dus zeker 10 minuten in brand. Ni gewoon.

We maakten ook een wandeling tot bij de lokale waterval, die niet heel breed maar wel behoorlijk hoog was. Na wat geklauter kon ik er vlak naast gaan staan, en ik moet zeggen dat ik niet verwacht had dat het zo’n kick zou geven om zoveel water vlak naast u te zien-horen-voelen vallen. Aanrader!

Daarna bezochten het het lokale uitzichtspunt op de vallei, waar het tijd was voor een grouppicture met onze gids! Als we de toerist uithangen, kunnen we het maar beter tegoei doen he!:)


Na de rondleiding gingen we op bezoek in de lokale bar, waar enkel de Ethiopische honingdrank ‘Tasj’ verkocht wordt. Ik had het al eens gedronken na mijn veldwerk, maar deze keer was hij veel lekkerder. Ik wist dat Tasj behoorlijk straf was, en aan de verhalen van de vorige groep te horen was dat in Dorzee zeker niet anders. Afa verzekerde ons echter dat het minder straf was dan bier.
Kort samengevat: goeien avond, iets minder goeie ochtend, haha!:)



--

’s Morgens werden we wakker in onze hutjes (geen stenen huis deze keer, maar een hut gemaakt uit bamboe), en kregen we na ons ontbijt de rekening gepresenteerd. We wisten al van de vorige groep dat het (naar Ethiopische normen) behoorlijk duur was, maar het was heel plezant en een deel van het geld wordt gebruikt voor de bouw van een schooltje in het dorp, dus no problem:).



Op naar onze volgende stop dan maar, de tocht naar Awassa duurde 5u maar de mooie landschappen maakten veel goed! Onderweg zijn we wel even gestopt om een waterval te bezoeken, altijd indrukwekkend, en ook een mooie gully konden we niet laten passeren uiteraard.:)

In Awassa zijn we een terraske gaan doen aan een adembenemende oever van het meer, waar we de zon mooi konden zien ondergaan. Een aantal mooie vogels zorgden voor het spektakel, en er was ook net een trouwfeest bezig dus dat was ook wel eens leuk om te zien natuurlijk!



Zondagavond zijn we héél lekker gaan eten in een Italiaans restaurant (uitgebaat door een Italiaan), heel deftige keet en ook niet te duur. Als ge ooit in Hawassa komt, zeker doen:) ’s avonds zijn we alweer een paar cafeekes binnengestapt, goe gelachen. Afa begon duidelijk open te bloeien, haha:). Geniale kerel, nogmaals.


--

Maandagochtend brachten we een bezoek aan de vismarkt, waar we konden zien hoe de vissers hun netten leegmaken en dan hun visjes sorteren. Het was interessant om te zien dat ze hun netten omhooghouden met plastieken flessen. Thuis plooit iedereen zijn flessen dicht om ze in de PMD-zak te steken, maar hier worden ze voor heel veel dingen hergebruikt. Een PMD-zak kennen ze uiteraard ook niet, hier smijten ze hun afval gewoon in de kant of ze steken het in de fik. Soms is het wel behoorlijk frustrerend om te zien hoezeer we in Europa (alez, niet iedereen, maar toch een grote groep mensen) bezig zijn met milieubeheer, terwijl er hier echt totaal niet op gelet wordt. Langs de andere kant is het ook wel te begrijpen dat het voor de mensen hier belangrijker is om te overleven dan om hun colablikjes te scheiden van de bananenschillen, maar toch doet het pijn om te zien hoe zwaar ze hun natuur (toch de grootste rijkdom hier) belasten.

Ma goe, we waren op de vismarkt, waar trouwens heel veel Koedoes zitten, waarschijnlijk de lelijkste vogel op aarde, maar door zijn grootte is het wel speciaal om tegen te komen natuurlijk. Alez, speciaal voor ons, want ginder stikte het er echt van:)



Ze verkochten daar ook verse vis (verser kan moeilijk volgens mij), dus moesten we dat uiteraard eens uitproberen. Beste-vis-ooit! Hij zag er niet supergoed uit, maar dat was hij zeker wel:).


Afa, die trouwens echt ne levensgenieter is, at liever de lokale sushi, maar daar zijn we maar vanaf gebleven. Hij vond het lekker, en aangezien de verantwoordelijke voor de inkom van de vismarkt zijn rauwe vis ook wel kon appreciëren, was het vandaag gratis voor ons. Afa deed elke keer echt moeite om ons zo weinig mogelijk te laten betalen, wat volgens mij behoorlijk uniek is voor zijn branche. Zelf pakte hij zelf wel vaak iets duurder eten, of een grotere kamer met wat meer luxe, want zoals ik al zei, het is ne levensgenieter.

Na de vismarkt zetten we onze reis naar het noorden voort. De volgende stop, Ziway, was interessant door het nationale park met struisvogels, wrattenzwijnen en antilopen, die we allemaal van vrij dichtbij gezien hebben, which was nice:).
Na een rit door een acasiabos (één van de coolste bomen van de wereld) en langs een geweldig uitzichtspunt, kwamen we aan bij de warmwaterbronnen in de buurt van alweer een Rift Valley Lake. Wel eens leuk om te zien hoe ze het warme water gebruikten om zich te wassen, maar ook om maïs en andere dingen in te koken.

 
Omdat er hier heel wat mensen waren, werden we uiteraard wel gevolgd door een hele stoet kinderen die vonden dat ze one birr moesten krijgen, wat iets minder aangenaam was. Er was ook iemand mee die gids speelde, maar zoals meestal wist hij er niet zoveel van. Jef vroeg zich luidop af wat er in de verte vlak achter de nijlganzen zat, maar gelukkig was onze gids er om aan te geven dat het een ‘Duck’ was. Grappig maar soms wel wa storend ook:) Oh well.
Vandaag stond er ook een boottocht op het programma, en deze keer konden we de nijlpaarden iets beter zien, wat wel een mooi zicht was uiteraard. Er zat ook een moeder met haar jong op de rug, maar helaas stonden zij niet zo graag op de foto.

  

We zijn naar een vogeleiland gevaren (dus een eiland waar veel vogels zitten he ;) ), wat eigenlijk gewoon een grote struik in het water was die werd gebruikt als broedplaats voor heel wat vogelsoorten. De bootman wist ons te vertellen dat er een pelikaan naast ons zwom (no shit, Sherlock), maar gelukkig kennen Jef en Davy wél iets van vogels, dus ik had mijn 2 privégidsen bij me.:)


Daarna zijn we op het naburige eiland aan wal gegaan, om een ‘very nice monastery’ te bezoeken. Blijkbaar vond de begeleider de weg niet meer, waardoor we door een soort Afrikaanse brandnetels moesten laveren (auw). De kerk zelf stelde echt niks voor, maar het eiland was ook bekend om zijn ecologische kenmerken. Op de één of andere manier zijn er hier spinnen terecht gekomen, en blijkbaar zijn er niet zoveel dieren op het eiland die graag spinnen lusten, waardoor het er redelijk creepy was als ge niet zone spinnenliefhebber bent. Davy vond het niet zo leuk:)



Helaas waren we iets te vroeg om de zonsondergang op het meer te zien, maar zelfs dan was het zicht weer adembenemend! Het was alweer een mooie boottocht, ondanks wat communicatieproblemen met de mensen die ons begeleidden. Achja, niks aan te doen, het was leuk en mooi:).

--

De volgende dag daalden we enkele honderden meters in de vallei, waardoor de temperatuur fel de hoogte in ging. Awash National Park was het doel van deze laatste volledige dag van de reis, en het was alweer echt goe. Aan de oevers van de rivier gingen we op zoek naar slangen en andere reptielen, en hoewel we geen slang gevonden hebben, was deze mooie Nijlvaraan (en zijn familie) zeker ook wel de moeite!


Aan de overkant lagen ook krokodillen te slapen, wat behoorlijk gek is aangezien er ook een kampeerplaats is, die totaal niet bewaakt is en die vlak naast de rivier ligt. Als het heel fel regent (zoals bij de vorige groep blijkbaar het geval was), overstroomt de rivier en komt de hele kampeersite onder water te liggen. Ni de leukste manier om wakker te worden denk ik:)
Als ge dan in uw tentje wordt meegesleurd door de stroming, doet ge er best aan om zo snel mogelijk uit uwe slaapzak te kruipen, aangezien de rivier u anders na een paar kilometer in een gigantische waterval zou smijten. Mooi plaatsje!



Omdat het tijdens ons parkbezoek even geregend had, waren alle landschildpadden uit hun schuilplaats gekropen, wat natuurlijk een leuk extraatje was!



In het struikgewas zagen we een mannetjeskoedoe (wat uitzonderlijk was blijkbaar, joepie), en wanneer het landschap veranderde in échte savanne, vonden we een paar Orixkuddes, wat door hun grote hoorns een behoorlijk mooi zicht was.


Dit was trouwens de auto waar we heel de reis in rondgereden hebben.
’s avonds waren we echt doodop, maar omdat het de laatste avond was zijn we toch nog naar de lokale bar gegaan. Ondanks de vermoeidheid was het alweer heel plezant, ook wel dankzij Afa die zich goed liet gaan:).

--

Eergisteren gingen we naar Addis, waar we Bram in de voormiddag opgepikt hebben. Het was echtwel plezant om hem nog eens terug te zien, en samen met hem en Afa hebben we de stad nog wat verkend. Het was weer lekker warm vandaag, dus uiteraard moest ook de dorst gelest worden;)



Rond 3u hebben we afscheid genomen van Afa, omdat we dus met de bus terug naar Jimma gekomen zijn. De reden dat we nog een extra dag in de hoofdstad verbleven, was het Orthodoxe Mezkelfeest. Een gigantische menigte mensen komt samen op Mezkel Square (waar trouwens mijn eerste bus vanuit Addis naar Jimma vertrok), en daar wordt een groot vuur gemaakt in het midden. Alle mensen staan in een soort amfitheater, en wanneer het donker werd, stak iedereen een kaarsje aan. De lichtjes van de schelde, maar dan iets meer:).


Omdat het de laatste avond met Bram was, zijn we nog eens goe op stap geweest. Da valt zowel letterlijk als figuurlijk te interpreteren, aangezien we eerst écht ver zijn gewandeld (lees: verlorengelopen in een miljoenenstad:)), en dan nog goe op café zijn geweest. Twas echt heel plezant, mooie afsluiter!

--

Zondag zijn we vroeg opgestaan (alweer, auw), en hebben we nog een snel bezoek gebracht aan het National Museum in Addis, waar een échte replica van Lucy (oudst gevonden mens, you’ve heard about this) lag. Er stonden ook heel wat andere dingen, en het viel ons op dat de werktuigen en potten die hier tentoongesteld worden bij verschillende tijdsperiodes (die echt al lang gepasseerd zijn), nog steeds gebruikt worden door het grootste deel van de bevolking op het platteland. Vreemd.



’s Middags hebben we afscheid genomen van Bram (deze keer voor echt), en zijn we teruggekeerd naar Mezkel square, om de Sky-bus richting Jimma te nemen. Ik ben hier nu 3 keer geweest, en telkens was het plein volledig anders.


Het was best vreemd om terug naar ‘huis’ te gaan, zeker omdat de voorbije week zo geweldig is geweest. Helaas moet er ook nog wat gewerkt worden natuurlijk. Ik ga nu nog een vijftal dagen op het veld proberen te gaan, en ook Jef en Davy hebben nog heel wat werk voor de boeg, maar terug erin vliegen na zo’n vakantie is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Nog effe doorbijten dan maar.

Het terug aankomen in Jimma voelde eerst wat ongemakkelijk aan, omdat het toch iets is dat we al gezien hebben, maar het is ook een vertrouwde omgeving geworden. De mensen kennen ons hier, en zijn ook heel vriendelijk. En daar kwam natuurlijk nog eens bij dat Annelies hier al een week alleen zit, dus zij was ook geweldig blij om ons te zien (en andersom).:)

Vanmorgen waren we terug in onze vertrouwde tuin aan het ontbijten, maar toen ik mijn brood in mijne mond wou steken kwam er ineens ne zwarte wouw (lees: roofvogel) in duikvlucht af, om mijn hapje te stelen. Ik wou het net in mijne mond steken, dus hij heeft mijn gezicht geraakt met zijn klauwen, maar het brood heeft hij niet gekregen;). Was wel effe verschieten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten